Snoekvissen: alle tips en info

Snoekvissen is geliefd onder (sport)vissers en dat is niet voor niks. De snoek is een razendsnelle roofvis en een prachtig dier om te zien: hij heeft een langgerekt, slank lijf, wel honderden tanden in de bek en de vrouwtjes kunnen tot wel 130 centimeter lang worden (de mannetjes worden maximaal 90 centimeter).

Waar en wanneer snoekvissen?

De snoek komt alleen op het noordelijk halfrond voor, maar in Nederland en België kom je deze vis in vrijwel elke waterloop met een goed visbestand tegen. Dat maakt snoekvissen een aantrekkelijke en populaire tak van de hengelsport.

Vissen op snoek is het grootste deel van het jaar toegestaan in België en Nederland en je vindt snoek in heel wat wateren terug. Er zijn hier en daar wel reguleringen tijdens het voorjaar om niet te vissen wanneer de snoeken in het voortplantingsseizoen zijn.

Leefgebied en gedrag van de snoek

De snoek eet kleinere prooivisjes, wormen, slakken, insecten en algen. Ook een jongere soortgenoot is soms het slachtoffer van een oudere snoek.

Oudere snoeken hebben nauwelijks natuurlijke vijanden. De snoek leeft graag in water met veel vegetatie; hier is voldoende voedsel te vinden en tussen de waterplanten kan hij zich bovendien goed verschuilen.

Snoeken spotten hun prooi gewoon met de ogen; helder water heeft daarom de voorkeur. De snoek kan met een snelheid van zeven keer de eigen lichaamslengte per seconde door het water schieten. Prooivissen zijn dan al gauw kansloos.

Locaties voor snoekvissen

De meeste kans op succesvol snoekvissen heb je in helder water met veel vegetatie. Dit kan zowel stromend als stilstaand, of zelfs licht brak water zijn. Snoeken komen voor in slootjes, meren en plassen, kleine en grote beken, rivieren en kanalen, en polderwateren.

Weet je al waar je gaat vissen? Let bij het kiezen van een goede stek dan op de volgende kenmerken:

  • Vegetatie: de snoek ligt graag tussen de vegetatie in een hinderlaag. Plekken met riet of leliebedden zijn dan ook geschikte locaties voor snoekvissen.
  • Onregelmatigheden: ook bij uitstulpingen in de oevers, steigers of bruggen kan een snoek zich goed verschuilen. Bovendien zoeken ook prooivissen hier vaak beschutting.
  • Waterkruisingen: waar verschillende stromen water bij elkaar komen, zijn vrij veel vissen te vinden. Snoeken jagen graag op prooivissen die vanuit verschillende richtingen een ‘kruispunt’ willen oversteken.

Voortplanting van de snoek

De snoek plant zich in de lente voort door eitjes in de vegetatie in het water te leggen. Om de voortplanting niet te verstoren is snoekvissen in Nederland vanaf maart tot en met de laatste zaterdag van mei verboden.

Welke hengel voor snoekvissen?

De snoek is een flinke roofvis met een harde bek; degelijk vismateriaal is daarom een must. Snoekvissen doe je bij voorkeur met een spinhengel en een stevige lijn. Voor grotere exemplaren is een karperhengel vaak ook niet slecht.

Een gevlochten lijn heeft weinig rek, waardoor het gemakkelijker wordt de haak stevig in de bek te zetten. Een stalen of fluorcarbon onderlijn is noodzakelijk voor wanneer de snoek toeslaat.

Welk aas voor snoekvissen?

Dood aas

Snoeken eten allerlei vissen, zoals voorn, blei, (kleine) baars en jonge brasem. Je kunt daarom goed snoekvissen met dood aas. Voorns en bleitjes zijn beide zilverkleurig en vallen daarom goed op. Je kunt ze zelf vangen en invriezen en zo een voorraadje aas aanleggen. Zachtere vissen kun je bovendien juist beter half bevroren aan de haak bevestigen, zodat ze niet uit elkaar vallen tijdens het werpen.

Zoutwatervissen als sardine, haring of een kleine makreel werken overigens ook goed als dood aas! Deze vissen bevatten veel vet en geven daarom ook veel geur af. Je kunt ze gewoon op de vismarkt kopen. Door de vis aan de zijkant een paar keer in te snijden, verspreidt de geur zich nog beter.

Kunstaas

Het voordeel van kunstaas is dat je ruim de keuze hebt. Uit onderzoek blijkt echter dat spinners, pluggen, jerkbaits en shads het beste werken. Heb je maar geen beet? Wissel dan af tussen deze soorten kunstaas. Probeer ook verschillende kleuren uit om de snoek geïnteresseerd te krijgen.

  • Spinners zijn geschikt voor snoekvissen in ondiepe wateren, zoals sloten, stadsvijvers, beekjes of kleine kanalen. Gebruik relatief grote spinners met twee spinnerbladen.
  • Pluggen kun je overal gebruiken en het maakt ook niet uit of je voor één- of meerdelige pluggen gaat. Pluggen tussen de 10 en 15 centimeter werken het best.
  • Jerkbaits kun je eveneens in elke type water gebruiken. Kies ook hier voor varianten tussen de 10 en 15 centimeter.
  • Shads zijn juist geschikt voor diep water. Shads in felle kleuren of met het patroon van een baars trekken de aandacht van de snoek. Qua afmetingen zijn shads tussen de 12,5 en 15 centimeter aan te raden.

Manieren van snoekvissen

Dobbervissen

De meeste bekende vorm van snoekvissen is dobbervissen met een – de naam zegt het al – dobber. Plaats de dobber op de juiste hoogte, zodat het aas 20 tot 40 centimeter boven de bodem van het viswater hangt.

Bevestig de haak aan de bovenkant van de aasvis, net voor de rugvin. De aasvis hangt zo op een natuurlijke manier in het water. Een snoek valt zijn prooi bovendien vaak vanaf de zijkant aan, waardoor deze montage de meeste kans op beet geeft.

Statisch vissen

Bij veel wind, sterke stroming of diep water kun je beter statisch vissen. Je verankert de aasvis dan met schuiflood op de bodem van het viswater, waardoor het aas niet wegdrijft.

Bevestig bij deze techniek twee dreggen aan de zijkant van de aasvis. De kop hangt dan naar onderen, waardoor je de aasvis verder kunt werpen. Bij statisch vissen gebruik je een elektronische beetverklikker die je laat weten als de snoek toegehapt heeft.

Snoekvissen is een spannende en vaak succesvolle vorm van vissen. Vergroot je kansen op een metersnoek in de herfst, wanneer de snoek zich op een karige winter aan het voorbereiden is!

Filmpje: hoe vang je een snoek?

In deze video ga je op pad met visser Ed om voor het eerst een snoek te gaan vangen.