Steeds meer sportvissers wagen zich eraan: barbeelvissen, of kortweg barbelen. De barbeel is een relatief grote vis die in België en Nederland steeds meer voorkomt, en het is een aantrekkelijke vis om te vangen.
Hij is bijzonder sterk, gaat er vaak een heel eind met je aas vandoor en geeft zich vervolgens niet zomaar gewonnen. Dat maakt barbeelvissen een spannende tak van de sportvisserij.
De barbeel
De barbeel behoort tot de enorme familie van karperachtigen. Hij is bruin, bruingroen of grijzig van kleur en heeft een opvallend lichtgekleurde, witgele buik.
- Je herkent de barbeel aan zijn onderstandige bek met baarddraden aan de mondhoeken en bovenlip.
- Hij kan tot wel 110 centimeter groot worden en 12 kilo wegen.
- Het grootste gevangen exemplaar in Nederland was 88 centimeter.
Voedsel
Barbelen zijn echte bodemvissers. Ze zoeken hier met name naar insectenlarven, wormen, weekdiertjes en kreeftjes, maar af en toe vangen ze ook een kleine vis.
De barbeel heeft een uitstekend smaakvermogen, waardoor hij voedsel op afstand of verstopt tussen het zand prima kan detecteren.
Leefgebied barbelen
Stromende wateren met veel zuurstof vormen het typische leefgebied van de barbeel. Het is dan ook een echte riviervis. Barbeel komt in grote delen van Europa voor: in Nederland en België, maar ook in Engeland, Duitsland, Frankrijk en Spanje.
De barbeel verplaatst zich ook over relatief grote afstanden, vaak in het gezelschap van enkele soortgenoten, alhoewel niet van scholen gesproken kan worden.
Waar en wanneer barbeelvissen?
Locaties voor barbeelvissen
Je vindt de barbeel in het voorjaar, wanneer de paai plaatsvindt, in de meer ondiepere delen van rivieren. In het najaar keert hij weer terug naar de diepte.
De vis houdt van wateren met schone bodems. Vooral zand- of kiezelbodem zijn populair, evenals mosselbanken.
- In België vind je veel barbeel in de Maas en haar zijrivieren.
- In Nederland maak je een goede kans in de IJssel, de Waal, de Nederrijn, de Lek en de Grensmaas.
Zoek bij het barbeelvissen naar plekken waar wervelingen in het water of stroomversnellingen voor extra zuurstof zorgen. Dit is bijvoorbeeld het geval rondom obstakels in het water of op de bodem.
Seizoen barbeelvissen
In de winter is het erg lastig barbeel te vangen. De vis zoekt dan de diepte op, waar hij grotendeels statisch op de bodem blijft liggen. Het is niet precies duidelijk hoe de barbeel overwintert, maar voor de barbeelvisser is de winter in elk geval geen goede tijd.
Je kunt het best tussen mei en oktober gaan barbeelvissen. De meeste en grootste exemplaren worden in augustus gevangen.
Manieren van barbeelvissen
Je kunt alleen maar gericht op barbeel vissen door te bodemvissen. Dit kun je op twee manieren doen: door te feedervissen of door trottend te vissen.
Feedervissen
Feedervissen is een techniek waarmee je op grote afstand met vishaakaas en een voerkorf aan de lijn vist.
- Werp de hengel telkens op dezelfde plek uit en vis het geheel na vijf tot tien minuten langzaam binnen.
- Zo ontstaat een voerspoor waar hopelijk een mooie barbeel op afkomt.
Trottend vissen
Deze techniek is alleen geschikt voor ondiepe en niet al te snel stromende wateren. Je vist hierbij namelijk met een dobber op de bodem, terwijl je langs de kant of zelfs wadend door het water loopt. Dit is een spannende techniek, want je gaat hierbij echt zelf op zoek naar barbeel. Een oplettend oog herkent barbeel onder water aan zijn lichtgekleurde buik.
- Stel de dobber zo af dat het haakaas op de bodem aangeboden wordt.
- Laat de dobber in eerste instantie gewoon met de stroming meedrijven.
- Varieer vervolgens door de lijn af en toe tegen te houden. Hierdoor komt het aas onder water een beetje omhoog, wat hopelijk de aandacht trekt.
Welke hengel voor barbeelvissen?
Feederhengel
Om te feedervissen heb je een feederhengel nodig. Je kunt hier zelfs speciaal een barbeelhengel voor aanschaffen. Wil je een meer universeel toepasbaar model, dan werkt een lichte karperhengel ook. Zorg er in elk geval voor dat de hengel voor 2/3 flink parabolisch is, zodat je het gevecht van de barbeel goed kan opvangen.
- Een lengte van 3,5 meter is meestal voldoende, maar kies voor een langer model (tot 4,2 meter) op locaties met veel obstakels aan de kant.
- Afhankelijk van de stroming van het water kies je voor een voedselkorf en een loodje van 80 tot 250 gram.
Matchhengel
Met een matchhengel of bolognese hengel kun je perfect trottend vissen. Een licht model is ideaal, want je moet er natuurlijk wel wat uren mee rondlopen.
- Om de lijn goed te kunnen geleiden is een lengte van ongeveer 4 meter prettig.
- De meeste hengels voor trottend vissen zijn relatief stug en voor 1/3 parabolisch. Hierdoor kan je de haak ook op grote afstand goed zetten, maar biedt de hengel voldoende vering om de klappen op te vangen.
- Bij water tot anderhalve meter diep heb je aan een loodje van 10 gram meestal voldoende. Kies een dobber die dit gewicht aankan en die ook op grote afstand in de stroming goed te zien is.
TIP: Ga je zelf het water in? Dan heb je naast je hengel ook een goed waadpak en kortstelig schepnet nodig. Alle benodigdheden moet je bovendien continu bij je houden. Dit kan bijvoorbeeld in een vliegvissersvest, in een aas- en voerbak aan een heupriem, of in een kleine rugtas.
Overige onderdelen
Welke vistechniek je ook kiest, de volgende onderdelen heb je sowieso nodig:
- Lijn: barbeelvissen doe je rondom obstakels. Kies daarom voor een schuurbestendige lijn van nylon. Voor feedervissen is een dikte van 20/00 tot 30/00 gebruikelijk. Voor trottend vissen ga je voor 20/00 of dunner.
- Molen: het drillen van barbeel is een spannend spel, waarbij de vis afwisselt tussen meters maken, rust houden en tegenspartelen. Een molen met hoge inhaalsnelheid en goede slip is hierbij onmisbaar.
Aas barbeelvissen
Veel verschillende soorten aas zijn bij het barbeelvissen succesvol gebleken. Zorg dat je altijd wat verschillende soorten bij je hebt, zodat je kunt afwisselen. Het verschilt immers per dag aan welk aas de barbeel de voorkeur geeft. Dit zijn de drie meest gebruikte typen aas:
- Kaas: vroeger was kaas het populairste aas voor barbeelvissen en het wordt nog steeds veel gebruikt. Kaas heeft een duidelijk smaakspoor en barbeel is er gek op. Gebruik jonge of belegen kaas; dit blijft het beste aan de haak zitten.
- Pellets en boilies: met de komst van het feedervissen zijn pellets en boilies een uitermate populair type aas geworden. Er zijn zelfs speciale barbeelpellets verkrijgbaar.
- Maden en casters: maden en casters zijn zowel aan de haak als in de voerkorf te gebruiken. Ook wordt vaak voorgevoerd met dit type aas, of worden wat maden als lokvoer in het water gegooid.
Je hoeft je bij het barbeelvissen meestal niet of te vragen of je al beet hebt. Vaak gaat de dobber bij een aanbeet direct onder of beweegt de lijn duidelijk in een andere richting dan de stroming. Je krijgt voldoende tijd om aan te slaan en dan kan het drillen beginnen!