Palingvissen is in alle opzichten een opvallende tak van de hengelsport. De Europese aal, zoals de paling ook wel wordt genoemd, is een merkwaardige, slangachtige, glibberige verschijning, die meer dan een meter lang kan zijn.
We weten maar weinig van deze geheimzinnige roofvis af. Zo is het nog steeds erg onduidelijk waar en op welke manier de paling zich voortplant. En in tegenstelling tot andere roofvissen zijn palingen echt nachtdieren en moeten ze ’s avonds en ’s nachts bevist worden. Waag jij je eraan?
Waar en wanneer palingvissen?
Leefgebied paling
De paling komt in grote delen van Europa, het Middellands Zeegebied en Noord-Afrika voor.
Door overbevissing is de palingstand flink afgenomen, maar nog steeds vind je de roofvis frequent in Nederland en Vlaanderen. Hij komt in alle oppervlaktewateren voor, van kleine slootjes tot grote meren en rivieren en in kreken.
Uitzetten van paling
De paling heeft het de laatste decennia moeilijker heeft gekregen om te overleven, onder meer door de toename van sluizen, dammen, dijken en andere obstakels in het water. Die bemoeilijken de trek van de palingen.
Daarom zijn er in verschillende Europese regio’s projecten om palingen uit te zetten. Ook in België en Nederland worden jaarlijks miljoenen palingen uitgezet in tal van wateren.
Bekijk hier een filmpje van een uitzet van jonge palingen in Nederland:
Paaien
Volwassen palingen gaan tussen hun vijfde en vijftiende levensjaar naar zee om te paaien. Ze leggen dan enorme afstanden af (tot wel 6.000 kilometer), vermoedelijk naar de Sargassozee, en paaien daar op grote diepte.
Dat proces is echter nog nooit objectief waargenomen, waardoor het zelfs tot op vandaag nog voor een stuk gissen blijft naar hoe en waar palingen zich nu precies voortplanten.
Prooien
Palingen eten kleine prooidiertjes die ze voornamelijk op de bodem van het viswater vinden. Kreeftjes, wormpjes, slakjes en kleine mosselen bijvoorbeeld. Soms eten ze ook een klein visje.
Lang werd gedacht dat de paling een aaseter is, maar niets is minder waar. De roofvis heeft een uitermate goed ontwikkeld reukorgaan en zal verrotte vis dan ook links laten liggen. De paling zou zelfs beter kunnen ruiken dan honden!
Locaties voor palingvissen
Zijn voedsel vindt de paling in modderbodems. Alhoewel de roofvis op veel plekken voorkomt, geeft hij dus wel de voorkeur aan beschutte plekken zonder al teveel stroming.
Achter dammen of stuwen, of tussen het riet zijn geliefde locaties. In de zee zoeken ze vaak mosselbanken of scheepswrakken op. Omdat de kieuwspleet van de paling sterk vernauwd is, kan de trekvis relatief lang buiten het water overleven. Tijdens de trek kunnen palingen zich dan ook over vochtig land al kronkelend naar geïsoleerde wateren verplaatsen.
Winterslaap
De paling is alleen bij warmere temperaturen actief. Zodra de winter nadert, graaft hij zich in de bodem in voor een soort winterslaap. Pas aan het einde van het voorjaar komen palingen weer tevoorschijn. Palingsvissers boeken dan ook het meeste succes in de zomer. Veel sportvissers gaan in de avonden en nachten van juli en augustus een kansje wagen.
Manieren van palingvissen
Peuren
De traditionele, oudhollandse manier om paling te vangen is peuren. Dit doe je niet met een hengel, maar met een peurstok.
Aan de peurstok zit een dunne, wollige draad en een visloodje. Aan de draad rijg je wormpjes, die je door middel van het lood op de bodem van het viswater aanbiedt. De paling blijft bij een aanbeet met zijn tanden in de draad haken. Met de peurstok til je de draad met paling en al uit het water.
Vissen met wormen of dood aas
De meer moderne vorm van palingvissen doe je gewoon met een werphengel en een trosje dauwwormen of mestpieren, of een klein stukje vis als aas. Het voordeel hiervan is dat je een wat groter bereik hebt, omdat je het aas kunt ingooien.
Een nylon lijn in maat 26/00 met haak in maat 6 of 4 is gebruikelijk voor palingvissen. Monteer ook een fluorcarbon onderlijn met een kleine dreg, zeker als je vis als aas gebruikt. Je maakt dan namelijk ook kans op een snoekbaars als bijvangst en die wil je lijn nog wel eens doorbijten.
Biedt het aas met een loodje op de bodem aan. Het gewicht van het loodje hangt af van het water, de diepte en de stroming, maar meestal is 30 tot 60 gram voldoende.
- Wormen en pieren: dauwwormen kun je het best aan een speciale palinghaak rijgen. Dit is een haak met een relatief lange steel die voldoende ruimte biedt voor het aas. Een haak in maat 4 of 6 is gebruikelijk voor palingvissen. Gebruik je piertjes, dan kun je er simpelweg een paar op een haak prikken.
- Dood aas: palingen eten geen grote prooivissen, dus gebruik een klein voorntje, spiering of kleine sardines. Stukjes vis kunnen ook. Vanwege zijn sterk ontwikkelde reukvermogen is de paling een fijnproever. Hij geeft de voorkeur aan vers aas en je kunt dus niet met deels bedorven aas palingvissen.
Heb je beet? Probeer de paling dan zo snel mogelijk binnen te halen, zodat hij zich niet vast kan spartelen.
Vissen met dobber
In ondiep, stilstaand water tot zo’n 1,5 meter diep kun je ook prima met een dobber palingvissen. Je kunt hiervoor een speciale nachtdobber met een breeklichtje gebruiken. Zo kun je hem ’s nachts tenminste ook in de gaten houden.
Zorg voor schone handen
Welke techniek je ook kiest, zorg ervoor dat je altijd schone handen hebt als je in de weer gaat met het aas. Omdat de paling zo goed kan ruiken, zal hij het meteen doorhebben als er sporen van handcrème, muggenwerende lotion, nicotine of andere zaken op het aas zitten. Je kunt je handen het best afvegen aan modder of zand.
Terugzetplicht voor palingvissers
De afgelopen jaren heeft de paling regelmatig het nieuws gehaald. Zo lopen de aantallen als sinds 1970 sterk terug door overbevissing en bleek het vet van de paling zware metalen te bevatten. De paling staat daarom op de Internationale Rode Lijst van bedreigde dieren van de International Union for Conservation of Nature (IUCN). Dit betekent dat aan de palingvisserij strenge regels gebonden zijn.
In Nederland en Vlaanderen geldt voor sportvissers daarom een terugzetplicht. Je mag gevangen paling niet meenemen of bewaren, maar bent verplicht de vis direct in hetzelfde water terug te zetten. Hierdoor zorgen we ervoor dat we ook in de toekomst kunnen blijven palingvissen!
Interessant boek over de techniek van het peuren
Benieuwd naar de traditionele techniek van het peuren naar paling en hoe je het zelf goed moet doen? John Van Nieuwenhuizen en Lars Diekerhof schreven er het boek “Peuren doe je zo” over. In meer dan 100 pagina’s leer je alles over deze aloude palingvistechniek. Van het maken van een peur tot het kweken van wormen en wat je nu eigenlijk in het water moet doen.
Filmpje: paling vangen met peuren
Nog geen idee wat je jezelf moet voorstellen bij die speciale techniek? Deze video toont je alvast wat meer.