Vissersknopen leggen? Dé onmisbare basisknopen voor vissers

De vissersknopen zijn misschien wel het belangrijkste wat je moet kunnen als je gaat beginnen met vissen. Gebruik je een verkeerde knoop of leg je een knoop verkeerd? Dan kan je zomaar een mooie vangst verpesten.

Jammer genoeg kun je knopen niet kant-en-klaar in de winkel kopen. Goed knopen kunnen leggen vereist kennis, oefening en ervaring. Dit artikel bespreekt vijf onmisbare basisknopen die je als beginnende visser moet kennen.

Stopperknoop

Een handige basisknoop, die je gemakkelijk legt, is de achtknoop. De knoop dankt zijn naam aan de vorm, die lijkt op een cijfer 8. Je kunt hem voor verschillende doeleinden gebruiken, maar hij wordt met name toegepast als ‘stoppersknoop’. Met de knoop maak je de diameter van de lijn groter, waardoor je de lijn achter een oogje kunt vastzetten. Zo maak je de achtknoop:

  1. Maak een lus aan het uiteinde van de vislijn.
  2. Kruis het uiteinde voorlangs over de lijn.
  3. Haal het uiteinde onder de lijn door, waardoor de vorm van een cijfer 8 ontstaat.
  4. Steek het uiteinde vanaf de voorkant door de lus.

Haakknoop

Waarschijnlijk wil je als eerste leren hoe je je vishaak aan de lijn bevestigd. Dit doe je met bledknopen. Hiervan bestaan verschillende varianten, waarvan je er minstens één goed onder de knie moet hebben. Zo leg je de eenvoudigste bledknoop:

  1. Hou het einde van de lijn dubbel, waardoor een lus ontstaat, en hou het dubbele gedeelte parallel aan de haaksteel.
  2. Wikkel het uiteinde van de lijn minimaal 6 keer om de haaksteel en de dubbele lijn.
  3. Steek het uiteinde door het stukje lus dat overblijft.

Deze bledknoop is, de naam zegt het al, geschikt voor vishaken met een bled. Maar je kunt hem ook gebruiken voor haken met een oogje. Haal de lijn dan eerst door het oogje voor je de knoop legt.

Kunstaasknoop

Bij kunstaasvissen is het van belang dat de vissersknopen de actie van het kunstaas niet belemmeren. Zit de knoop te strak, dan kan het kunstaas niet goed bewegen onder water.

En dat is zonde, want dan valt het aas minder op. Er bestaan daarom speciale kunstaasknopen met een lus aan het einde, zodat het kunstaas vrij kan bewegen. Een veelgebruikte kunstaasknoop is de rapalaknoop. Deze knoop resulteert in een mooie, ronde lus die goed open blijft staan, waardoor het kunstaas onder water vrij spel heeft. Zo maak je hem:

  1. Leg een enkelvoudige knoop aan het uiteinde van de lijn, maar laat de knoop open.
  2. Schuif het kunstaas aan het uiteinde van de lijn tegen de open knoop.
  3. Steek het uiteinde van de lijn door de open knoop. Let hierbij op de richting: als het uiteinde aan de onderkant van de knoop vandaan komt, steek je hem dit keer vanaf de bovenkant door de knoop (of vice versa). Zo blijft de lus dadelijk mooi open staan.
  4. Wikkel het uiteinde minimaal 3 keer om de lijn.
  5. Steek het uiteinde nogmaals door de knoop.

Lijnverbindingsknoop

Vooral roofvissers moeten nogal eens lijnen met elkaar verbinden. Zo gebruik je voor het roofvissen regelmatig een onderlijn, die aan de hoofdlijn bevestigd moet worden. Ook kan het zijn dat je twee stukken hoofdlijn aan elkaar moet verbinden.

De basisknoop voor het verbinden van twee vislijnen is de bloedknoop. De bloedknoop leg je als volgt:

  1. Leg de uiteinden van de twee vislijnen in tegenovergestelde richting parallel aan elkaar.
  2. Wikkel het uiteinde van lijn 1 om lijn 2 en steek het uiteinde tussen de twee lijnen door op het punt waar je met het wikkelen begon.
  3. Doe hetzelfde met de andere lijn: wikkel het uiteinde van lijn 2 om lijn 1 en steek het uiteinde in tegenovergestelde richting tussen de twee lijnen door in het gat dat in het midden is ontstaan.

Lusknoop

Lusknopen zijn er in verschillende varianten en kennen ook verschillende toepassingen. Met een lusknoop creëer je, net als bij de rapalaknoop, een lus aan het einde van de lijn. Hier kan je een wartel of loodje aan bevestigen, maar je kan de lus ook gebruiken voor een verbinding met een andere lijn.

Twee lijnen met lusknopen kun je namelijk ook weer op een specifieke manier aan elkaar knopen. We noemen dit een lusverbinding. Een veelgebruikte lusknoop is de chirurgische lusknoop. Zo leg je hem:

  1. Hou het uiteinde van de lijn dubbel en maak met de dubbele lijn een enkelvoudige knoop. Hou de knoop open.
  2. Steek de lus nogmaals door de knoop.

Extra tips voor het knopen

Hoe meer knopen je leert leggen, hoe meer mogelijkheden je hebt in elke situatie de perfecte knoop te gebruiken. Hierdoor verklein je de kans dat de knoop het tijdens het vissen begeeft.

Met de volgende extra tips zal het aan jouw knopen in elk geval niet liggen!

  • Kies een knoop die geschikt is voor het materiaal van de vislijn. Gevlochten lijnen zijn bijvoorbeeld relatief glad, waardoor knopen los kunnen schieten. Hier kun je met je keuze voor een bepaalde knoop rekening mee houden. Zijn er meerdere opties? Kies dan voor de knoop die jij het best kan leggen.
  • Maak de lijn met speeksel een beetje vochtig voordat je hem strak trekt. Hierdoor wordt de lijn gladder en trekt de knoop strakker aan.
  • Trek een knoop altijd langzaam aan. Doe je dit te snel, dan kan hitte ontstaan die de lijn of knoop beschadigd.
  • Controleer of de knoop goed gelukt is door de lijn onder spanning te zetten. Twijfel je? Leg de knoop dat altijd opnieuw.
  • Knip de uiteindjes van de knoop af met een lijnknipper.
  • Vervang ook een goede knoop af en toe gedurende de dag. Door de belasting kan hij verzwakken en toch onverwacht breken.

Filmpje: een aantal vissersknopen op een rij

In deze video komen alvast een aantal knopen van hierboven aan bod. Het is handig om ze thuis aan de keukentafel eens te oefenen met eenvoudige touwtjes voor je het met de visdraad probeert.

Er bestaan nog ontelbaar veel meer knopen voor de sportvisserij. Elke hengelaar heeft wel zijn of haar favoriete knopen. Alhoewel bepaalde knopen specifieke functies hebben, bepaal jij uiteindelijk natuurlijk zelf welke knoop je graag waarvoor gebruikt.

Ons advies: begin bij de basis en kijk na verloop van tijd welke knopen je het beste beheerst.