Rietvoornvissen: alle tips en info

De rietvoorn, ruisvoorn, roodvoorn of ‘rode rijer’, het zijn allemaal benamingen voor dezelfde mooie, goudgeschubte roofvis met opvallende, rode vinnen.

Maar rietvoornvissen is niet alleen de moeite waard vanwege het opvallende uiterlijk, maar ook vanwege het karakter van de roofvis. De rietvoorn is een echte vechtersbaas, waardoor rietvoornvissen voor sportvissers een spannende uitdaging is.

De rietvoorn

Bij de geboorte lijken rietvoorns sterk op blankvoorns, omdat ze pas op latere leeftijd steeds rodere vinnen krijgen. Erg groot worden ze overigens niet. Meestal blijven rietvoorns rond de 35 centimeter en wegen ze zo’n 500 gram.

Heb je er één boven de 1 kilo gevangen? Dan mag je van een recordvangst spreken. De grootste rietvoorn ooit gevangen in de Lage Landen was 48 centimeter lang en woog 2,35 kilo.

Kruising met brasem

Voor de sportvisserij wordt de rietvoorn met de brasem gekruist en uitgezet. Deze kruisingen worden F1-hybriden genoemd. F1-hybriden zien er met hun rode vinnen uit als rietvoorns, maar worden groter.

Waar en wanneer rietvoornvissen?

Leefgebied rietvoorn

De rietvoorn is inheems in de Benelux en komt overal in het Europese zoetwater veel voor. Helder water met veel waterplanten vormt voor rietvoorns echter de meest ideale leefomgeving. Ze voeden zich namelijk met insecten en larven, maar ook met waterplanten en algen.

Het is wat dat betreft een echte alleseter. In grotere kanalen zonder veel waterplanten zit overigens ook wel rietvoorn, maar daar is het lastiger om gericht op ze te vissen.

Seizoen en locaties rietvoornvissen

In de zomer zijn rietvoorns het meest actief. Ze leven in scholen en vanwege hun eetgewoonten vind je ze vooral aan de oppervlakte of in de bovenste waterlagen. Des te jonger de vissen, des te groter de scholen waarin ze zich bevinden.

Rietvoorns zijn dus vaak eenvoudig te spotten vanaf de oevers van sloten, polderwateren, kleine meertjes of stadsgrachten. Vooral in de buurt van waterlelievelden, riet of overhangende planten en struiken. Hun aanwezigheid wordt vaak duidelijk door kringen en golfjes in het wateroppervlak. Rietvoorns zijn vooral tijdens broeierige zomeravonden erg actief. Rietvoornvissen is om die reden dan ook een echte zomersport.

Manieren van rietvoornvissen

Op rietvoorn vis je het meest effectief in de ondiepe waterlagen en aan het wateroppervlak. Verschillende vistechnieken zijn hiervoor geschikt, wat rietvoornvissen veelzijdig en afwisselend maakt. Je kunt bijvoorbeeld prima kunstaasvissen met klein, drijvend of ondiep lopend kunstaas. Ook leent de rietvoorn zich uitstekend voor vlieg- en vlokvissen!

Let er in elk geval op dat de rietvoorn je vanaf vlak onder het wateroppervlak prima in de gaten kan houden. Beweeg je dus langzaam en onopvallend langs de oever en maak geen lawaai.

Vliegvissen op rietvoorn

Omdat rietvoorns op insecten aan de oppervlakte jagen, is het naast de forel één van de weinige vissen die met een vlieghengel bevist kan worden.

Vliegvissen is een specifieke techniek waarbij zo goed als gewichtloze kunstvliegen als aas worden gebruikt. Het aas werp je zo dicht mogelijk bij de plek waar je rietvoorn verwacht of misschien wel hebt gespot.

Als je op rietvoorn gaat vliegvissen, heb je speciaal materiaal nodig:

  • Vlieghengel: voor vliegvissen heb je een lichte hengel nodig, bijvoorbeeld één van 2,70 meter met aftma-nummer 4. Met dit type hengel kun je op verschillende typen wateren vliegvissen op rietvoorn, maar ook op forel, blankvoorn of brasem.
  • Drijvende lijn met dunne onderlijn: omdat het aas drijft en daarmee insecten aan het wateroppervlak imiteert, heb je ook een drijvende lijn nodig. De lijn fungeert bovendien als het werpgewicht, aangezien het aas hier te licht voor is. Een nylon vliegvislijn in maat 3 werpt bij veel wind het makkelijkst.
  • Kunstvliegen: het kunstaas wordt aan een haak aan de onderlijn bevestigd. Je hebt de keuze tussen drijvende of langzaam zinkende kunstvliegen. Zinkende kunstvliegen lijken op echte, dode insecten, die voor rietvoorns een gemakkelijke prooi vormen.
  • Reel: omdat het kunstaas zo licht is het vaak lastig om goed gericht uit te werpen, daarom gebruiken vliegvissers soms een reel in plaats van een werpmolen.
  • Landingsnet met korte steel
vliegvissen
Rietvoorn is een dankbare soort om op te gaan vliegvissen.

Vlokvissen op rietvoorn

Op warme zomeravonden is vlokvissen een aantrekkelijke techniek om mee op rietvoorn te vissen. Met vlokvissen gebruik je drijvend aas en vis je dus, net als bij vliegvissen, aan de oppervlakte. Langs de oevers van het viswater ga je eerst zelf actief op zoek naar rietvoorn. Beweging aan het wateroppervlak, kringen of zelfs gespetter betekenen vaak dat een school rietvoorns zich op die spot ophoudt.

Zie je geen activiteit? Dan kun je de vissen lokken met stukjes drijvend witbrood. Daar is rietvoorn dol op. Vlokvissen doe je dan ook effectief met brood als aas, dat je gericht bij de activiteit in het water inwerpt. Ook voor vlokvissen heb je specifiek materiaal nodig:

  • Vlokhengel: voor vlokvissen bestaan speciale hengels, maar je kunt ook een lichte werphengel van tussen de 1,80 en 2,50 meter gebruiken. Zorg dat het werpgewicht maximaal 10 gram is en gebruik een lichte molen.
  • Nylon lijn: gebruik een lijn met een maat tussen de 12/00 en 16/00. Als het viswater vol staat met planten of als je kans maakt op een grotere vis als bijvangst, kun je beter het zekere voor het onzekere nemen en voor een lijn in maat 16/00 gaan.
  • Vlokdobber: aan de lijn bevestig je een voorgelode vlokdobber. Dit is een dobber met een gat in het midden waar de lijn doorheen loopt. Een vlokdobber heeft een compacte vorm, waardoor hij gericht te werpen is niet snel achter waterplanten blijft hangen.
  • Haak: een dundradige haak in maat 8 tot 12 is gebruikelijk.
  • Aas: kneed een zacht stuk wit brood van 2 tot 3 centimeter rondom de haak, zodat de haak in het midden zit. Zodra het brood water begint op te nemen, gaat het langzaam zinken. Alhoewel brood vaak het beste werkt, kun je het ook met maden of wormen, maïs, kaas, deeg of zelfs stukjes aardappel proberen.
  • Hakensteker: de rietvoorn heeft geen tanden, maar slikt zijn prooi in één keer door. Met zijn relatief grote bek kan het daardoor gebeuren dat de haak erg diep zit. Een hakensteker is in dat geval een uitkomst.

Filmpje: rietvoorn vangen met de vlokvistechniek

In deze video krijg je een uitleg over rietvoorns vangen met de techniek van het vlokvissen.

Hou je van actieve vormen van vissen, waarbij je op zoek gaat naar mooie vis en het viswater op verschillende manieren bevist? Dan is rietvoornvissen absoluut de moeite waard. Kies een rustige, broeierige zomeravond uit en geniet van de uitdaging!