Hij komt veel voor, wordt niet al te groot en is van weinig belang voor de visserij. De bliek krijgt daardoor niet veel speciale aandacht en er wordt ook weinig specifiek op gevist. Toch wordt de bliek regelmatig gevangen, meestal als bijvangst. Kan jij hem van de brasem onderscheiden?
Bliek of kolblei?
Misschien ken jij de bliek wel onder zijn officiële naam: kolblei. Of onder een van zijn vele bijnamen: blei, kalfoog, kol, kolkliek, koloog, pijloog, platje of puiloog.
Onder sportvissers wordt de bijnaam ‘bliek’ veel gebruikt. ‘Bliek’ wordt ook gebruikt als de benaming van een jonge brasem, maar de kolblei lijkt zo sterk op een jonge brasem dat de twee vaak met elkaar verward worden en ze een bijnaam delen.
Kenmerken bliek
De bliek behoort tot de karperachtigen. Hij is zilverachtig en bruingrijs van kleur met donkergrijze vinnen. Het lichaam van de bliek is aan de zijkanten afgeplat en hij heeft een grote, puntige staartvin. Hij wordt ongeveer tien jaar oud, maar groeit langzaam.
Op driejarige leeftijd zijn blieken vaak nog maar zo’n 8 tot 10 centimeter. Vanaf 35 centimeter spreken we van een bijzonder groot exemplaar, een zogenaamd ‘specimen’. De bliek wordt in de grote rivieren maximaal 40 tot 45 centimeter.
Verschil met jonge brasem
De kolblei of bliek lijkt dus zo sterk op een jonge brasem dat zelfs ervaren hengelaars de twee vissoorten regelmatig met elkaar verwarren. Je kunt de bliek herkennen aan zijn lichtere kleur, stompere bek en roodachtige vlekken bij de borst- en buikvinnen. Ook heeft de bliek minder rijen schubben tussen de rugvin en de zijlijn. De bliek heeft 9 tot 10 rijen schubben, de brasem 11 tot 13.
Ten slotte is de diameter van het oog van de bliek groter dan de afstand tussen het oog en de bek. Bij de brasem is dat precies andersom.
Hybriden
Het uit elkaar houden van bliek en brasem wordt nog verder bemoeilijkt door het feit dat er veel kruisingen voorkomen tussen de bliek, de brasem, de blankvoorn en de ruisvoorn. In de Lage Landen zijn er wel dertien verschillende typen kruisingen bekend.
We noemen dit soort kruisingen ‘hybriden’. Vissoorten vermengen zich wanneer er onvoldoende geschikte paaiplekken zijn. De verschillende soorten paaien dan allemaal op dezelfde plek, waardoor bastaarden ontstaan. Op de kruisingen tussen brasem en blankvoorn na, zijn deze hybriden niet vruchtbaar.
Waar en wanneer bliekvissen?
Leefgebied bliek
De bliek of kolblei komt in het grootste gedeelte van Europa voor, met uitzondering van het hoge Noorden en het Zuiden. Je vindt hem in de Benelux, Frankrijk en Duitsland, het oosten van Engeland, het zuiden van Scandinavië en tot aan de Oeral in Rusland.
In principe komt de bliek in vrijwel elk zoet water in Nederland en België voor. Alleen in het grootste gedeelte van Zeeland vind je hem niet. Ook de brasem komt hier niet voor. Omdat de bliek weinig gevoelig is voor vervuiling en zich makkelijk voortplant, is de vis vaak in grote getale aanwezig en is soms zelfs sprake van overbevolking.
Locaties bliekvissen
Stilstaande wateren of wateren met weinig stroming vormen het ideale thuis voor de bliek. Hij eet met name bodemdiertjes en -planten, zoals kreeftjes, slakken en algen. Modderbodems en veel waterplanten zijn dan ook noodzakelijk voor het dieet van de bliek, evenals voor de voortplanting.
De bliek paait in mei en juni, wanneer de watertemperatuur ongeveer 14 tot 15 graden is. De eitjes worden tegen water- of oeverplanten afgezet. Zelf vormt de bliek overigens een prooi voor grote rovers, zoals snoek, snoekbaars en baars.
Specifiek op bliek vissen
Weinig vissers vissen specifiek op bliek. Toch wordt de vis relatief vaak gevangen als bijvangst bij het vissen op brasem of voorn. Wil je wel graag een bliek aan de haak slaan? Dan kun je het best met een werphengel met dobber op of net boven de bodem vissen. Gebruik hiervoor klein aas, zoals maden of pinkies. Als lokmiddel wordt vaak meel van zaden gebruikt, zoals van tarwe of hennep.
Ook maïs, kikkererwten en bonen werken effectief. Voor bliekvissen geldt geen gesloten tijd, maar het meeste succes boek je waarschijnlijk tussen mei en september.