Een zonnige zomerdag brengen de meeste mensen het liefst aan het water door, zo ook vissers. Niks ontspannender dan met je kop in de zon van het mooie weer genieten. Toch moet je daar als visser een beetje mee uitkijken. In dit artikel een aantal aandachtspunten voor vissen bij warm weer.
Watertemperatuur en zuurstofgehalte
Vissen vinden warm weer namelijk niet zo prettig. En als de watertemperatuur door een aanhoudende hittegolf flink is gestegen, hebben ze het zelfs ronduit moeilijk. Vissen bij warm weer kun je dus in veel gevallen beter vermijden.
Had je gisteren de kachel nog aan, maar is het kwik vandaag plotseling tot boven de 30 graden gestegen? Dan hoef je je niet al teveel zorgen te maken. Een of twee warme dagen zullen niet veel invloed op de watertemperatuur hebben. Maar is het al tijden warm? Dan is het water ongetwijfeld wel flink opgewarmd. En dat is voor vissen problematisch, want warm water bevat minder zuurstof.
Ademnood
Als het water te weinig zuurstof bevat, krijgen vissen simpelweg last van benauwdheid. Tel daarbij op dat vissen zuurstof bij warmere temperaturen minder efficiënt opnemen en je begrijpt waarom warmte een probleem is. Je ziet vissen op warme dagen dan soms ook aan de oppervlakte naar water happen. Dit is een duidelijk teken van onvoldoende zuurstof in het water.
Bacteriën en infecties
De meeste vissen kunnen een maximale watertemperatuur van rond de 30 graden Celsius aan. In schoon water, welteverstaan. En daar zit ‘m nu juist het probleem, want natuurlijk water is niet volledig schoon. De warmte zorgt hierdoor voor rottingsprocessen onder water. Niet alleen verbruiken die rottingsprocessen extra zuurstof, ze zorgen ook voor meer bacteriën in het water die allerlei infecties kunnen veroorzaken. Met andere woorden: vissen hebben het in de warmte niet gemakkelijk.
Ga niet zomaar gaan vissen bij zeer warm weer
Ga je in deze omstandigheden vissen? Dan kan dat voor de vis fataal zijn. De dril kost de vis namelijk veel energie, en dus zuurstof. Bovendien kan de vis boven water niet ademhalen, waardoor tijdens het onthaken een zuurstofachterstand ontstaat. In normale omstandigheden kan de vis, eenmaal in het water teruggezet, weer ‘op adem komen’. Maar in zuurstofarm water lukt dit soms niet, waardoor de vis sterft. En dat is natuurlijk niet de bedoeling.
Verschillen tussen vissoorten en wateren
Maar wanneer kun je nu wel of niet gaan vissen? Wanneer is warm ‘te warm’? De meningen hierover zijn verdeeld, vooral omdat niet elke vis evenveel last heeft van de warmte en niet elk water even snel opwarmt.
Viswateren
Het zijn vooral de stilstaande wateren in de stad of de polder die voor problemen zorgen. Dit zijn vaak ondiepe wateren, waarvan het peil door een gebrek aan regenval nog verder is gezakt. Het komt tijdens hete zomers regelmatig voor dat in deze wateren massaal vissterfte optreedt. In grotere en diepere wateren is de situatie uiteraard beter. Hier kunnen vissen de koelte opzoeken. Stromende wateren, zoals riviertjes met watervalletjes of gemalen, bevatten bovendien van nature al meer zuurstof.
Vissoorten
Vooral de snoek, brasem, winde en kolblei hebben moeite met lage zuurstofgehaltes. Ook vissen die in zuurstofrijk, stromend water voorkomen, zoals de forel, kunnen extra slecht tegen de hitte en het gebrek aan zuurstof. Ruisvoorn, zeelt, kroeskarper en de grote modderkruiper lijken juist weer beter tegen de warmte te kunnen. Wel zoeken vissen bij voorkeur de diepere, koelere lagen van het water op.
Toch vissen bij warm weer?
Dierenwelzijn
Werp je toch met warm weer een hengel uit, hou dan zoveel mogelijk rekening met het welzijn van de vis:
- In Nederland check je op de website van Rijkswaterstaat de watertemperaturen per viswater en kies je best een locatie waar de temperatuur relatief laag is.
- Vis op grote wateren en in diepe waterlagen.
- Vis niet specifiek op vissoorten die van nature slecht tegen de warmte kunnen.
- Ga niet op het warmste moment van de dag vissen; een vis in de brandende zon uit het water halen is onder geen enkele omstandigheid een goed idee.
- Gebruik stevig materiaal, zodat je de dril kort kunt houden.
- Leg een schepnet en onthaker klaar, zodat je je vangst zo snel en soepel mogelijk weer vrij kunt laten.
- Gebruik geen leefnet of bewaarzak.
Vergeet jezelf niet
En zorg er ook vooral voor dat je zelf geen zonneslag krijgt. Kies een mooi beschutte plek of draag een pet of hoed tegen de zon. Smeer je goed in en drink extra veel water. Het bier laat je liever even staan tot het einde van de dag.