Hoe ervaren je ook bent als visser, het overkomt ook de besten wel eens dat de vissen slecht bijten. Alhoewel de meningen over de perfecte viscondities nogal uiteenlopen, is het wel duidelijk dat het gedrag van vissen voor een groot deel wordt bepaald door het seizoen, de weersomstandigheden en het tijdstip van de dag.
Bovendien kan het ook aan je eigen vismateriaal en vistechniek liggen dat je met lege handen staat. Dit zijn 8 redenen waarom vissen slecht bijten.
1. Een te hoge luchtdruk
De luchtdruk bepaalt het zuurstofgehalte in het water. Zit er veel zuurstof in het water? Dan zijn de vissen over het algemeen actiever. Bij een hoge luchtdruk (boven de 1010 mb) is vaak sprake van warm weer en warm water neemt slecht zuurstof op. Bij een lage luchtdruk (onder de 1000 mb) gaat het vaak waaien of regenen. Dit zorgt juist voor meer zuurstof in het water en dus voor meer kans op aanbeten.
2. Een te hoge temperatuur
In lijn met het vorige puntje kun je hete zomerdagen beter vermijden. De luchtdruk is dan hoog, het zuurstofgehalte in het water laag en de vissen zullen er de voorkeur aan geven lekker loom in het water te blijven hangen. Vissen zijn koudbloedig en zijn dus afhankelijk van de watertemperatuur.
Een te hoge watertemperatuur en een te laag zuurstofgehalte kan zelfs gevaarlijk zijn voor vissen. Op warme dagen zoeken ze daarom liever verkoeling in de diepere delen van het viswater.
3. Een plotselinge verandering in windrichting
Veel vissers beweren dat een zuidwestenwind ideaal is en dat een oostenwind vermeden moet worden. Het lijkt er echter meer op dat de windrichting zelf niet zo veel uitmaakt, maar de stabiliteit ervan wel. Verandert de wind plotseling van richting? Dan verandert vaak ook de luchtdruk en het gedrag van de kleine prooidiertjes in het water. Het is lastig hier goed op in te spelen en dus zullen de vissen slecht bijten. Ga liever vissen als de windrichting al een paar dagen hetzelfde is.
TIP: Dagen met wat meer wind hebben vaak wel een positief effect op de vangsten. Zoals eerder aangegeven zorgt wind voor zuurstof in het water en dat betekent actieve vissen!
4. Te harde regen
Lichte regen is voor het zuurstofgehalte in het water wel voordelig. Ook vertroebelen de druppels het wateroppervlak – waardoor de vissen jou niet zo goed kunnen zien – en spoelen er insecten in het water.
Maar gaat het echt gieten uit de hemel? dan kun je beter naar huis gaan. Behalve dat het voor jou niet echt een pretje is, zorgt harde regen ook voor veel modder en andere zooi in het water, waardoor de vissen slecht kunnen zien en ademen en dus minder snel zullen gaan jagen.
5. Eb of vloed
Ga je vissen op zee of in een gebied dat aan het getij onderhevig is zoals in De Biesbosch? Wacht eb of vloed dan even af. Juist als het peil aan het zakken of stijgen is, en het water in beweging is, verplaatsen prooivissen zich het meest, waardoor roofvissen hun slag zullen proberen te slaan. Bij hoogtij of laagtij valt er minder te beleven in het water. Wacht dus op de tussenfases van het getij.
6. Verkeerd tijdstip
De weersomstandigheden hebben dus een grote invloed op het gedrag van vissen. Het is dan ook geen verrassing dat sommige seizoenen en tijdstippen over het algemeen betere vangsten opleveren dan andere.
Verkeerd seizoen
Vissen zijn geen liefhebbers van hoge temperaturen, maar van hele lage temperaturen zijn ze vaak ook niet gecharmeerd. Tenzij je gaat ijsvissen in Zweden, kun je de winter daarom beter grotendeels overslaan.
Verkeerd moment
Vroeg in de lente en laat in de herfst is het water behoorlijk koel, vooral in de ochtend en vroege middag. Dit zijn dan ook geen geschikte vistijden. Mik liever op de namiddag en avond, ook omdat er rond die tijd meer insecten zijn. Op warme zomerdagen vermijd je het liefst de hete middaguren. Je maakt dan de meeste kans vlak voor zonsopkomst en vlak na zonsondergang.
7. Verkeerde plek
Vis je op een specifieke vissoort? Hou dan rekening met de voorkeuren van de vis: in welke omstandigheden komt de soort veel voor? Waar jaagt hij op en op welke manier doet hij dat? De snoek wacht zijn prooi bijvoorbeeld graag geduldig af tussen de waterplanten, terwijl snoekbaarzen door modderige bodems woelen op zoek naar voedsel. Stem je vislocatie op die kennis af en wissel gerust van stek als de vissen toch slecht bijten.
Ook de waterlaag waarin je vist is van belang. De snoekbaars bevis je dus grotendeels op de bodem van het viswater, net als meerval. Maar forel vang je juist weer aan het wateroppervlak. Het spreekt voor zich dat je hier ook je vistechniek en -materiaal op aan moet passen.
8. Verkeerd materiaal
Omdat elke vissoort zich verschillend gedraagt, bestaan er ook verschillende vistechnieken. Zo kun je statisch en actief vissen, vliegvissen of dropshotvissen. Ga je vissen op karper? Dan doe je dat met ander materiaal dan als je vist op meerval. Ook het aas dat je gebruikt kan je afstemmen op de vissoort. Zo kun je snoek prima met een flinke plug vangen, terwijl je voor rietvoorn imitatie-insecten nodig hebt.
Doe onderzoek naar de vissoort en stem onder andere de volgende zaken op je ideale vangst af:
- het type hengel
- de soort lijn
- het type aas
- de sterkte van het materiaal
- de grootte van de haak en het aas
- de presentatie van het aas
- de vistechniek
Filmpje: het belang van de watercirculatie
Als beginnende visser moet je zeker even deze video bekijken over hoe watercirculatie een rol speelt bij de waterkwaliteit en dus ook je kansen op vangsten. Als je dit principe wat kent, kan dat zeker helpen om geschikte plaatsen en tijdstippen uit te kiezen.
Bijten de vissen nog steeds slecht?
Soms zit het gewoon niet mee. Dan heb je de ideale weersomstandigheden te pakken en de perfecte voorbereiding getroffen en wil het nog niet lukken. Vergeet dan niet ook gewoon van je dag aan het water, de natuur, en misschien wel het gezelschap van vrienden te genieten! Volgende keer beter.