Hoeveel vis mag je meenemen na het vangen?

Je hebt een mooie vis gevangen en wil die graag meenemen omdat je er een mooie foto van wil maken voor je hem weer uitzet. Of omdat je hem later op de dag als aas wil gebruiken. Of misschien wil je hem aan het einde van de dag wel voor consumptie mee naar huis nemen, en hou je hem het liefst zo lang mogelijk vers. Maar mag dat zomaar?

In Vlaanderen en Nederland gelden voor het vangen, in bezit houden en meenemen van gevangen vissen verschillende regelgevingen. Het is belangrijk hiervan op de hoogte te zijn voordat je een hengel uitwerpt. Zo houden we de sportvisserij verantwoord en milieubewust.

In dit artikel bespreken we hoeveel vis je mag meenemen na het vangen van specifieke soorten en waar je nog op moet letten.

1. Meeneembeperking Vlaanderen

In tegenstelling tot Nederland hanteert Vlaanderen een algemene viswetgeving die van toepassing is op alle viswateren. De viswetgeving in Vlaanderen bestaat uit verschillende regels.

1.1 Leefnet verboden in Vlaanderen

Het gebruik van een leefnet is in Vlaanderen verboden. Een leefnet maakt het lastig te controleren hoeveel vissen een visser in bezit heeft. Deze regel heeft dan ook voornamelijk te maken met het efficiënt kunnen handhaven van de regels omtrent aantallen en vissoorten.

Wil je vissen bijhouden? Dan ben je verplicht levende vissen in een ruime emmer te bewaren en het water regelmatig te verversen.

1.2 Vissen groter dan 15 centimeter

Van het aantal vangsten dat groter is dan 15 centimeter, mag je er maximaal 5 in bezit houden. Deze vissen moeten bovendien dood zijn. Alleen paling mag je levend bewaren.

  • Voor paling en snoekbaars geldt daarbij een limiet van 3 vissen. Heb je dus al 3 snoekbaarzen or palingen in bezit? Dan moet je een eventuele vierde vangst direct weer uitzetten.
  • Voor zeebaars geldt ook een specifieke regel: alleen zeebaarzen tot 42 centimeter mag je in bezit houden, en dat alleen tussen 1 juli en 31 december.

1.3 Vissen kleiner dan of gelijk aan 15 centimeter

Vissen die kleiner dan of gelijk aan 15 centimeter zijn, worden meestal als aasvis gebruikt. Het kan zijn dat je die op dezelfde dag gevangen hebt of van thuis hebt meegenomen. Je mag er maximaal 20 in bezit hebben, waarvan er slechts 5 levend mogen zijn. Je mag in Vlaanderen levende vis als aas gebruiken.

1.4 Welke soorten zijn toegestaan als aasvis?

Er gelden wel restricties voor de soorten vis die je als aasvis in bezit mag houden en gebruiken. Tien soorten komen hiervoor in aanmerking:

1.5 Paaitijd en beschermde soorten

Voor een aantal vissoorten geldt een visverbodsperiode die verband houdt met de paai. In die periode mag je de vissoort niet bevissen en moet je een eventuele toevallige vangst direct vrijlaten.

  • Tussen 16 april en 31 mei mag je tijdens de nacht sowieso geen aasvissen gebruiken en in bezit houden.
  • Ook gevangen vis moet je in die periode ’s nachts direct weer uitzetten.
  • Tot slot geldt een algemeen visverbod op beschermde vissoorten

2. Meeneembeperking Nederland

In Nederland geldt de algemene basisregel dat het tijdelijk bewaren en meenemen van vissen altijd is toegestaan.

Hierbij moet wel rekening gehouden worden met de verbodsperiode voor bepaalde vissoorten en eventuele geldende minimummaten per vissoort. Ook zijn bepaalde vissoorten beschermd.

Alleen paling moet altijd direct worden teruggezet en mag niet levend bewaard of meegenomen worden. Per viswater kunnen de regels verder zijn aangescherpt, en dit is vaak ook het geval.

2.1 Leefnet toegestaan in Nederland

In tegenstelling tot Vlaanderen, staat Nederland het gebruik van een leefnet wel toe. Hiervoor is wel een speciale gedragscode opgesteld, die je ook terug kunt vinden in de Gezamenlijke Lijst van Nederlandse Viswateren. Levende vis mag je ook in een grote emmer water bewaren, mits je het water regelmatig ververst.

2.2 Minimummaten

Voor bepaalde vissoorten gelden minimummaten. Vang je een van de volgende vissoorten en is de vis kleiner dan de minimummaat, dan ben je verplicht hem direct weer vrij te laten.

In Nederland gelden de volgende minimum afmetingen per vissoort:

  • aal en paling: 28 centimeter
  • baars: 22 centimeter
  • barbeel: 30 centimeter
  • bot: 20 centimeter
  • beekforel: 25 centimeter
  • kopvoorn: 30 centimeter
  • rivierprik: 20 centimeter
  • snoek: 45 centimeter
  • snoekbaars: 42 centimeter
  • zeelt: 25 centimeter

2.3 Visplanner

Op specifieke wateren gelden vaak specifieke regels, opgesteld door de hengelsportfederatie of de visrechthebbende. Deze regels staan in de voorwaarden van de federatie of bij het viswater vermeldt. Je kunt dit eenvoudig opzoeken op Visplanner.nl of via de VISplanner app. Per viswater vind je hier alle geldende restricties.

Veel hengelsportfederaties hanteren bijvoorbeeld een verbod op het bewaren van snoek en karper. Ook is vaak sprake van een limiet voor het aantal snoekbaarzen.

Het meenemen van gevangen vis is op de meeste wateren bovendien beperkt tot een specifiek aantal per vissoort. Van in het IJsselmeer gevangen baarzen en snoekbaarzen mag je er bijvoorbeeld maximaal respectievelijk 10 en 2 meenemen. Zo zijn er nog meer restricties op tal van andere wateren.

2.4 Dode (aas)vis

Het is in Nederland verboden met levend aas te vissen. Je mag gevangen vis die je als aas wil gebruiken wel levend bewaren, maar bent verplicht de aasvis voor gebruik te doden. Je mag maximaal 10 dode zoetwatervissen van 15 centimeter of groter in bezit houden.

2.5 Let op met de kleine VISpas

Ben je alleen in het bezit van een kleine VISpas? Dan zijn de regels strenger. Met de kleine VISpas mag je geen vissen doden of meenemen. Je mag ze wel tijdelijk, volgens de lokale regels, bewaren, maar moet ze uiteindelijk altijd weer in hetzelfde water terugzetten.

Zorg dus dat je goed voorbereid met je hengel op pad gaat en vraag bij twijfel op de locatie zelf even om meer informatie.